Rekenen
In de natuurkunde wordt er veel gerekend met formules. Deze formules kan je herkennen van wiskunde. Een voorbeeld van een formule bij wiskunde is y=2x.
Bij natuurkunde maken we vaak gebruik van drie verschillende onderdelen in één formule. Een voorbeeld is de formule om de weerstand uit te rekenen.
weerstand = spanning : stroomsterkte
Om de weerstand uit te rekenen moet je de spanning weten en de stroomsterkte.
Is de spanning 9 Volt en de stroomsterkte 1 Ampère dan krijg je de volgende rekensom:
weerstand = 9 Volt : 1 Ampère = 9 Ohm
Dit was een makkelijke rekensom. Om ook moeilijke rekensommen op te lossen maken we gebruik van de rekenstappen.
Stap 1
Schrijf de gegevens van de vraag op. Doe dat op de volgende manier:
Spanning = 9 Volt
Stroomsterkte = 1 Ampère
Stap 2
Schrijf op wat de vraag is. Wat moet je uitrekenen?
Wat is de weerstand?
Stap 3
Schrijf op welke formule je moet gebruiken.
weerstand = spanning : stroomsterkte
Stap 4
Schrijf de berekening op. Je zet het getal wat bij spanning hoort onder spanning. Neem de : over.
En zet onder stroomsterkte het getal wat daarbij hoort. Je krijgt dat de volgende som:
9 : 1 =
Stap 5
Het antwoord met daarachter de juiste eenheid.
9 Ohm